Midas Dekkers schreef een ode aan de kattenhaar.
De gesluierde schoonheid
Een koe heb je voor de melk, een varken voor het vlees en een poes voor het haar. Veel meer dan haar krijg je van een poes niet te zien. Alleen de ogen steken door de vacht heen, wat poezen het geheimzinnige geeft van gesluierde vrouwen. De rest laat zich slechts raden. Het ontroerende rode tongetje dat af en toe even zichtbaar is, kan die vermoedens alleen maar aanwakkeren.
Een poes heeft 40 miljoen haren: 5 miljoen op de rugzijde, 10 miljoen op de buikzijde en 25 miljoen op uw bankstel. Want zindelijk zijn poezen niet. Poepen doen ze netjes op de bak, maar hun haren laten ze als een permanent waas achter zich. Haar voor haar versluieren ze de omtrek van kussen en tapijten en dan nog houden poezen haren genoeg over om op te likken en in te slikken, tot ze als een fluwelen drol worden uitgekotst. Want al is het een wonderdier, de poes, een stofzuigerzak zit er niet in.
Poezenharen hebben een opmerkelijke eigenschap: zo gemakkelijk als ze van de poes loslaten, zo stevig hechten ze zich aan stoelen en banken. Stofzuigers staan hier machteloos. Eén voor één eraf plukken is het enige wat erop zit, maar daarmee hou je het tempo van de haaruitval niet bij. Hier wreekt zich de structuur van haren. Haal je een poezenhaar door je vingers dan voelt hij van de punt naar de wortel stroever dan van de wortel naar de punt. Dat komt door de schubben rondom elke haar. Die liggen dakpansgewijs over elkaar, maar in tegenstelling tot de pannen op een echt dak wijken de haarschubben niet aan de onder- maar aan de bovenkant. Zo worden losse haren bij elke beweging vanzelf uit de vacht gewerkt. Eenmaal eruit haken de schubben zich ongenadig in de vezels van kussens en kleedjes vast.
Volgens de boekjes is een poes een-, hooguit tweemaal per jaar in de rui. Wij weten beter. Er gutst een ononderbroken haarstroom van kat naar kussen.
In spanning wacht je af wanneer de haren op zijn en je je poes in zijn ware gedaante leert kennen. Maar dan kun je lang wachten. Al zit er genoeg haar op het bankstel om er drie complete poezen van te maken, het wordt steeds weer op tijd vervangen. Voor elke gekapte haar wordt, net als bij goed bosbeheer, een nieuwe aangeplant. Houdt de poes in een centrale administratie bij hoeveel haren er welke dag in welke sector moet worden bijgemaakt? Dat hoeft niet. Elke oude haar wordt naar buiten gewerkt door de nieuwe haar eronder, die dus rooit en plant tegelijk. Een mooi systeem voor een dier dat geen kapper nodig heeft.
Een poes heeft een zwaar leven. Om de rui bij te houden, spint hij elke dag vijfhonderd meter haar. Terwijl u jaloers kijkt hoe lekker lui hij erbij ligt, zwoegt de arme schat op zijn exorbitante dagproductie. Dát is wat hij doet als u denkt dat hij niks doet. Groeien poezenharen dan zoveel sneller dan de onze? Nee, dat scheelt niet veel. Maar het zijn er ruim honderdmaal zoveel. Wij moeten het boven op ons hoofd met honderdduizend stuks doen. Daarvan vallen er dagelijks maar vijftig uit.
Ze zeggen dat je haar na je dood nog even doorgroeit, maar dat lijkt maar zo. Doordat de huid zich als gevolg van de lijkverstijving samentrekt, is er domweg iets meer haar te zien. Maar dat is niet iets om je zorgen over te maken. De meeste mannen vragen zich eerder bezorgd af of er nog groei is voor de dood.