Zie mij eens hangen hier, twee meter boven de grond. Op mijn eigen belvedère! Deze klim/krabpaal is een van de eerste favoriete plekjes van mijn broer Yannick en mij. Hij is heel hoog, want hij zit klem tussen de vloer en het plafond. De paal is opgebouwd uit stukken krabpaal, afgewisseld met vierkante ligplaten en onderaan een kubus met een gat erin om je in te verstoppen - maar die ligt vol met speeltjes.
Toen wij nog kittens waren, vonden wij het heerlijk om heel snel achter elkaar aan te rennen, zo de krabpaal in tot aan de bovenste plaat. Van daaruit konden we uren op de uitkijk zitten om in de gaten te houden wat en wie er de tuin binnenkwam of binnenvloog. We waren toen nog zo klein dat we met gemak samen op één plaat pasten. Maar onze voorpootjes en onze staarten hingen toen al over de rand.
Hangjongeren waren we toen. Van die jongeren die langdurig op een bepaalde plaats in de openbare ruimte verblijven en soms uit verveling kattenkwaad uithalen. In ons geval klopt dat, behalve dat de ruimte openbaar is.
Nu zijn we helaas niet jong meer, maar 9-plussers alweer. Yannick en ik passen allang niet meer samen op één plaat. Wat zeg ik, ik moet in mijn eentje al moeite doen om te blijven liggen op zo’n Ieniemienie-vierkantje. En dan zit die paal in het midden ook nog zo hinderlijk in de weg. Maar gelukkig steek ik mijn ene voorpoot naar beneden en aan de achterkant mijn staart en haak ik mijn achterpoten stevig in de bekleding. Zo kan ik er zelfs op slapen zonder er af te kukelen!
Slapen, slapen? Dat brengt mij zowaar aan het gapen. Tijd voor mijn middagslaapje. Héél belangrijk voor een jonge hang-oudere!
Yoshi